Het leven van de motorrijder gaat niet over rozen

Dames en heren,

Hoogste tijd voor een nieuw verhaaltje, al is het alleen maar voor mezelf. Ziet er minder raar uit dan wanneer ik in mezelf zit te lullen in een donkerbruin café.

Ik moet even gal spuwen, en daar ga ik uitgerekend deze weblog voor gebruiken: laten we beginnen met de Noren. Of liever gezegd, Noren op de weg. Wat is het tegenovergestelde van wegmisbruiker? Ik kan er zo 1,2,3 niet opkomen, maar als er ooit een tijdmachine uitgevonden gaat worden om terug in de tijd te gaan, dan gaan het de Noren zijn, ik zeg het je. En waarom dan wel helemaal? Traag, mensen. T-R-A-A-G. Chr*st*s te paard, de snelheidslimieten in Noorwegen liggen al laag, laat ik het proberen te visualiseren: kaarsrechte weg, zicht tot 10km ver, geen zijwegen, niks, nada. Maximum snelheid? 70. Vooruit, als er een paardenbloem te ver richting het asfalt staat, 60. Maar dat is de wet, daar heb je je aan te houden. Maar die mafklappers hier presteren het om serieus 50, en geen kilometer te harder, te rijden waar 70 is toegestaan. Zodoende ben ik op drukkere wegen meer bezig met inhalen dan met van de omgeving te genieten. Ik zou nu ook nog een verdeling kunnen gaan maken tussen personenauto’s, campers en caravans, maar daar begin ik niet aan. Naar het antwoord op de vraag hoe dit komt ben ik toch z’n minst erg benieuwd. Het feit dat de verkeersboetes torenhoog zijn lijkt voor de hand liggend, maar zijn die zó hoog dat ze massaal preventief maar stapvoets gaan rijden? Misschien komt het door het voedsel.

Neem nou de Noordkaap, die we intussen uitgebreid besproken hebben. Schitterend, symbolisch en weet ik wat nog meer. Maar dat sommigen bij aankomst meteen van de 307 meter hoge rots willen afspringen heeft dan ook bar weinig met de schoonheid van het landschap te maken, maar des meer met de Noorse prijzen. Uit eten gaan is zo goed als onbetaalbaar. Doe dat twee weken lang en je kan je persoonlijk faillissement gaan aanvragen. En om nou te zeggen dat de Noorse keuken nou het neusje van de zalm is, niet bepaald. Maar dat heeft misschien een reden. Omdat het zo schreeuwend duur is, zoekt Jan met de pet vaak toevlucht in de goedkoopste gerechten in tweederangs gelegenheden als lokale sportcafetaria of de plaatselijke schuur van boer Sigurd die omgebouwd is tot striptent. Vooral daar merk je dat de Noor een Noordeling is die niet voor zijn plezier eet maar om te voorkomen dat hij omvalt. Wij Nederlanders staan al niet bepaald bekend als Bourgondiër, de Noor zo mogelijk nog minder. Het was me al opgevallen dat het rustig hier is op een hoop campings, maar in restaurants ook. Gaan die Noren alleen uit eten als ze trouwen of 25 jaar bij de visafslag werken? Hoe ik dan al inmiddels na ruim twee weken nog overeind sta? Eten uit de supermarkt hoor ik u denken. Maar dat valt ook tegen: vooral in het noorden lijken de winkels op voorraadmagazijnen van atoomkelders. En onbetaalbaar hè. Het enige wat enigszins te behappen is zijn producten waarin een hint van vlees- of vis is verwerkt: vispudding- of vleescake. Eet smakelijk. Om concreet te antwoorden op de vraag wat ik eet: voornamelijk een combinatie van een broodje uit de supermarkt, een hamburger bij de lokale keten en af en toe gewoon fatsoenlijk uit eten wat dan heus wel smaakt, maar bijzonder wordt het nooit.

Of er ook nog positieve dingen te vermelden zijn? Jazeker! Na de redelijk duffe rit eergisteren waar ik me de laatste twee uur eerder in de Barentszzee waande dan op de weg, had ik een leuk spulletje via AirB&B in Monsjoen gevonden. Vanuit daar gisterenochtend gaan rijden naar Kristiandsund, vlakbij de o zo beroemde Atlantic Road. Die móest ik volgens velen gaan zien, dikke aanrader. Dus ik dacht slim te zien, ik zoek een slaapplekje, vlakbij dat meesterbouwwerk van de eeuw. Goed, na een vrij onrustige nacht door de zenuwen om eindelijk die “the Road of all Roads” te gaan zien breekt de ochtend dan eindelijk aan en ik stap met een licht euforisch gevoel op. Het is maar twintig minuten rijden. Na 3 minuten zie ik al een bord “Atlantic Road” staan: we zitten goed! Dan wordt m’n geduld weer op de proef gesteld, want ik word eerst een 4km lange tunnel ingeloosd. Maar ook daar komt uiteindelijk een eind aan, en dan: tolhuisje. Nu lijkt het toch echt te gaan gebeuren. Is dit dan de laatste halte voor de weg die volgens velen haast orgasmisch moet zijn? Niet eens nadenkend waarom ik 7 euro af moet tikken rijd ik vol spanning en bijna volgas weg. Dan verschijnen er druppels op mijn vizier. Nummer 1, 2, 3 en velen volgen, maar het zet niet echt door. En zo wel, wat dan nog? Ik rijd hier eindelijk! Ah, daar is de bekende brug met het mooie uitzicht. Toch? Ben ik er al? Volgens mij wel. Het zal zo wel mooier worden, dit is niet waar iedereen het met haast seksuele ondertoon over heeft. En plots rijd ik weer in een dorpje. Hè? Wacht, was dit het? Teleurstelling van de maand. Wat totaal niet boeiend zeg. Heb je deze weg op je to-do lijstje staan? Wat mij betreft kun je hem schrappen. Want, Noorwegen heeft zóveel mooiere plekken. Echt. Een tijdje later rijd ik de Trollstigen, ook zoveel over gehoord. Is het ook, vooral de waterval, dat kan ik niet ontkennen. Maar, wederom, weer enorm toeristisch en daar ben ik redelijk allergisch voor. Nee, dan Geiranger. Mooi fjord met een geweldige pas. En op een paar mensen na, geen toerist gezien. Dat is genieten. Toch blijft de Noordkaap en de Lofoten het hoogtepunt tot nu toe. Of het intussen nog steeds niet eenzaam is? Helemaal niet. Dat je gesprekspartners vaak de dorpsgek, een oud mannetje op een bankje is of een zwerfhond, maakt niet uit. En als je in de regen staat te blauwtanden op een parking, is er altijd wel een echtpaar dat je vanuit hun camper een cracker toewerpt.

Het einde van deze tot nu toe zeer geslaagde rit komt, even tussen neus en lippen door, eng dichtbij. Op dit moment zit ik dit zoveelste zwamverhaal te typen vanuit mijn enorme knusse (ja, echt, niet sarcastisch!) hutje in Bismo. Zojuist de ferry van Kristiansand naar Hirthals (Denemarken) geboekt voor donderdagmiddag. Het is mooi geweest.

Aan alles komt een einde, maar niet getreurd: er zitten nog een paar mooie dagen aan te komen, waaronder Trolltunga, Preikestolen en Lysebotn. Stay tuned!




Reacties

Reacties

P@

Weer genoten en het lees zo fijn wil steeds omslaan maar het is geen boek.......jammer misschien toch maar eens gaan doen.

Mum

Tranen gelachen weer hoor, top verhaal!!!! Fijn dat je weer onze kant opkomt xxx

Muppie

Monkey! Altijd lache met jou he! Leuk verhaal weer, ik ben stiekem heel blij dat je weer naar huis komt! Hele goede reis verder! Xjesss

Jan en Anneke van IJpen

Weer genoten van je fantastische verhalen.
Veilige reis verder.
Groetjes

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!